Na de val van Napoleon in 1815 heersten opluchting en angst. Decennialang was Europa het toneel geweest van revolutie, terreur en oorlog. Het Congres van Wenen zorgde voor een machtsbalans tussen landen. In Parijs vestigde zich gedurende enkele jaren een Geallieerde Raad van ministers en diplomaten, in feite een soort bezettingsmacht, om herhaling van revolutie en terreur te voorkomen. De overwinnaars zetten eensgezind een systeem op van Europese veiligheid. Slaagde deze raad erin om vrede en veiligheid te herstellen? Op welke wijze? Wat leverde het op en voor wie? Op deze vragen geeft Beatrice de Graaf, hoogleraar geschiedenis en internationale betrekkingen, antwoord in deze lijvige studie. Zij doet dit door uitgebreid de turbulente, enigszins onderbelichte geschiedenis van die toenmalige naoorlogse periode te beschrijven. Prometheus 2018 536 blz. Geschiedenis. Algemene discussietips/vragen