Terug

De toren van de Gouden Eeuw

Gabri van Tussenbroek

De toren van de Gouden Eeuw

Geschiedenis

Het is het jaar 1645. Amsterdam verkeert op het hoogtepunt van zijn macht. Maar het centrum van de stad ligt er desolaat bij. Naast het oude, aftandse stadhuis staan de geblakerde resten van de Nieuwe Kerk, die in de ochtend van 11 januari in vlammen is opgegaan. De wederopbouw begint direct. De ambities reiken letterlijk tot in de hemel. De toren wordt een speelbal in een conflict waarvan de inzet niets minder is dan de macht over de rijkste stad ter wereld, een conflict tussen koopman en dominee, tussen gulden en God. Prometheus 2017. 352 blz.

De toren van de Gouden Eeuw
Gabri van Tussenbroek